Voorwoord
Wat is de CIDSE Ecologische Voetafdruk?
De ‘CIDSE Ecologische Voetafdruk’ biedt het CIDSE netwerk mogelijkheden om haar werk vanuit een milieuperspectief te beoordelen en om haar ecologische voetafdruk te verminderen. Het CIDSE-secretariaat en verschillende lidorganisaties denken al jaren na over de ecologische impact van hun eigen werk. De CIDSE Ecologische Voetafdruk vormt een cruciale stap bij het verzamelen en het delen van al deze waardevolle ervaringen. Dit werk toont ons waar we staan als netwerk en hoe we samen vooruitgang kunnen boeken. De CIDSE Ecologische Voetafdruk is een reflectie van onze voortdurende inspanningen om van CIDSE een echt leernetwerk te maken. Het is ontworpen om de uitwisseling van kennis en ervaring te vergemakkelijken en om kruisbestuiving te bevorderen over het hele CIDSE-netwerk. We hopen dat dit ons netwerk actief zal ondersteunen om de daad bij het woord te voegen wat onze eigen ecologische impact betreft. Het zal verder ook fungeren als een inspiratiebron en als een stimulans om verder na te denken, onszelf en onze organisaties te bevragen en uit te dagen en om praktische stappen te ondernemen om onze milieu-impact zo veel mogelijk te beperken.
Het werk van CIDSE omtrent de ecologische voetafdruk is een dynamisch proces dat zal blijven groeien en evolueren met het CIDSE-netwerk. In die zin is het enkel een startpunt, een eerste gezamenlijke stap. Dankzij het online-formaat kan de inhoud makkelijk herzien en geüpdatet worden. Daarnaast laat het ons toe om ervaringen, succes verhalen, inspirerende praktijken en informatie van CIDSE-leden bij te werken en toe te voegen, en in een tweede fase, die van de partners en bondgenoten. We hopen dat het als een stevige basis kan dienen om verder te blijven nadenken, praten en uit te wisselen over manieren om de ecologische voetafdruk van CIDSE te verkleinen.
Waarom werd het ontwikkeld?
Als netwerk streven we naar een ingrijpende verandering om een einde te maken aan armoede en ongelijkheid door niet alleen systemisch onrecht, ongelijkheid en de vernietiging van natuur aan de kaak te stellen, maar ook door rechtvaardige, duurzame en milieuvriendelijke alternatieven naar voren te schruiven. Dit engagement weerspiegelt zich in ons dagelijks werk rond klimaatrechtvaardigheid, energie- en voedingssystemen, regelgevingen van ondernemingen en landrechten. We pleiten ervoor dat overheden en bedrijven een einde maken aan praktijken die nefast zijn voor onze natuur, onze gezondheid en onze toekomst. Dankzij het werk met onze leden, partners en bondgenoten, hebben we een directe kijk op de dramatische, destructieve sociale en ecologische impact van onze energieslorpende economie en manier van leven. In ons persoonlijk leven en in alle aspecten waar we als netwerk actief zijn, worden we daarom opgeroepen om te handelen met respect voor het klimaat en het milieu.
Er is een groeiende vraag naar een dringende transformatie om een eerlijke, duurzame wereld te creëren. Hiervoor is gedurfde, ambitieuze en onmiddellijke actie op verschillende niveaus nodig. De effecten van klimaatsverandering worden steeds tastbaarder in ons dagelijks leven, zeker bij de kwetsbaarste bevolkingsgroepen. Dit herinnert ons eraan dat we moeten handelen. Met de goedkeuring van het Klimaatakkoord van Parijs in 2015, zijn alle staten overeengekomen om de stijging van de mondiale temperatuur ruim onder 2°C te houden en om inspanningen te leveren om de opwarming te beperken tot 1,5°C. Emissiereducties, zoals ze nu overeengekomen zijn in de nationaal vastgelegde (klimaat)doelstellingen van elk land, zullen niet voldoende zijn om dit doel te bereiken en over te schakelen naar een koolstofarme samenleving. We blijven druk leggen op beleidmakers zodat ze onmiddellijke en duidelijke oplossingen bieden en we blijven oproepen tot een eerlijke transitie. We mobiliseren en zetten ons in voor een duurzamere en leefbaardere toekomst. We erkennen dat we samen verantwoordelijk zijn en de sleutel in handen hebben om de beoogde verandering teweeg te brengen en om onze CO2-uitstoot te verminderen. Om het hoofd te bieden aan klimaatverandering, moeten er ingrijpende, radicale veranderingen plaatsvinden. We moeten loskomen van onze huidige productie- en consumptiepatronen en ons richten op een duurzamere manier van werken.
De veranderingen die wij voor ogen hebben en die zullen leiden tot een rechtvaardige, duurzame wereld, kunnen niet plaatsvinden zonder het persoonlijke engagement van ons allen. Wij, als individuen, gemeenschappen en organisaties, kunnen werkwijzen hanteren om de wereld te creëren die we willen zien. Onze acties kunnen een nieuwe manier van leven doen ontkiemen en beleidmakers aansporen om de daad bij het woord te voegen. Bij CIDSE zijn we ervan overtuigd dat deze verandering ook moet gebeuren op het niveau van organisties en netwerken. Het mandaat om de ecologische impact van ons netwerk te evalueren en te beperken is integraal verankerd in ons huidig Strategisch Kader en ons Operationeel Plan. Trouw aan één van onze organisatorische prioriteiten, namelijk “verandering start bij onszelf”, werken we aan het creëren van structurele voorwaarden die zullen bijdragen aan een systemische verandering. Binnen deze prioriteit gaat het niet enkel om wat we als netwerk doen om over te schakelen naar een eerlijke, duurzame wereld. Het gaat ook om hoe we te werk gaan binnen ons netwerk en om de impact van ons eigen werk op het milieu. We moeten ons eerst de beoogde verandering eigen maken en zelf een organisatorische verandering ondergaan. Dit houdt in dat we onze eigen werkwijzen moeten evalueren op basis van hun ecologische impact en dat we tot het uiterste gaan om onze eigen ecologische voetafdruk verder in te perken.
De principes en waarden van de katholieke sociale leer vormen het fundament van ons werk rond de ecologische voetafdruk. In zijn encycliek, “Laudato Si”, roept Paus Franciscus iedereen op om zich in te zetten voor een ecologische conversie. Om die overgang mogelijk te maken, moet er een diepe transformatie gebeuren naar een duurzamere manier van leven. Bovendien is het een morele plicht om “de roep van de armen en de roep van de aarde” te beantwoorden door onze dagelijkse handelingen aan te passen. De encycliek van de Paus heeft de hele CIDSE-familie geïnspireerd om als organisatie te kijken naar haar eigen impact op het milieu of om een versnelling hoger te schakelen in wat er al gedaan wordt.
Voor wie is het bedoeld?
De CIDSE Ecologische Voetafdruk wordt in twee fasen ‘gepubliceerd’. In een eerste fase is het bedoeld voor interne reflectie door CIDSE-leden en het CIDSE-secretariaat. Door de initiële draagwijdte van het project te beperken, kunnen we ervaringen van CIDSE leden blijven verzamelen en de CIDSE Ecological Voetafdruk verder ontwikkelen. Op termijn willen we dit instrument toegankelijk maken voor de bondgenoten en partners van CIDSE.
De komende maanden zal het CIDSE-secretariaat gebruik maken van verschillende mogelijkheden (zowel online en offline) om de CIDSE Ecologische Voetafdruk te promoten. We zijn ervan overtuigd dat de uitwisseling en de discussie over het verminderen van onze ecologische voetafdruk geen eenmalig gegeven is. Deze kwesties moeten ook aan bod komen in permanente dialogen met onze leden, partners en bondgenoten in het globale Noorden en Zuiden.
Hoe kan het gebruikt worden?
De CIDSE Ecologische Voetafdruk is ontworpen met oog op multifunctioneel gebruik. Het doel is om aan de verschillende behoeften van CIDSE-leden te voldoen en hen te ondersteunen zodat ze verder kunnen werken aan hun ecologische voetafdruk.
- Je kan mee de succesverhalen in de verf zetten van CIDSE leden die erin geslaagd zijn om hun ecologische voetafdruk te verkleinen.
- Je kan hun verhalen lezen over wanneer, waarom en hoe zij hun ecologische voetafdruk zijn beginnen te verkleinen en wat ze tot dusver bereikt hebben. We hebben de afgelopen jaren vastgesteld dat verhalen delen een krachtige manier is om verandering rondom ons te stimuleren: we hopen dit proces verder te zetten en te bevorderen.
Dankzij de waardevolle ervaringen van het CIDSE-netwerk bevat de ‘CIDSE Ecologische Voetafdruk’ tal van ideeën over hoe organisaties hun werk omtrent de ecologische voetafdruk een extra boost kunnen geven, zoals:
- Lessen gebaseerd op enkele ervaringen van CIDSE-leden over de evaluatie van de organisatorische ecologische voetafdruk en de integratie van dit werk in de organisatie;
- Concrete, inspirerende praktijken van verschillende CIDSE-leden die inspanningen leverden om hun organisatorische ecologische voetafdruk te verkleinen op het vlak van reizen, kantooruitrusting en activiteiten zoals evenementen en workshops;
- Extra reflectie en discussie vragen voor het CIDSE-netwerk;
- En een bronnensectie met links naar verschillende materialen van CIDSE-leden over de ecologische voetafdruk.
Zou je graag de ervaring van jouw organisatie rond ecologische voetafdruk met ons delen? Of heb je aanvullende informatie en bronnen? Stuur dan zeker een mailtje! Giorgio Gotra [gotra(at)cidse.org] of Nicky Broeckhoven [broeckhoven(at)cidse.org]
Trajecten van CIDSE-leden

Verschillende CIDSE-leden denken al meerdere jaren na over acties om hun ecologische voetafdruk als organisatie te verkleinen en over duurzamere manieren van leven. Dit deel geeft een overzicht van het indrukwekkende werk dat het CIDSE-netwerk tot nu toe verzet heeft. Hieronder delen enkele leden hun traject naar een kleinere ecologische voetafdruk. Ze vertellen ons wanneer en waarom ze naar hun eigen voetafdruk zijn beginnen te kijken, beschrijven hoe ze ermee omgingen en delen hun grootste successen tot nu toe.
Uit hun trajecten blijkt dat er veel mogelijke manieren bestaan om de ecologische voetafdruk te bepalen en te verkleinen. Er zijn verschillende benaderingen mogelijk en er bestaat geen standaardoplossing om de ecologische voetafdruk en duurzaamheid aan te pakken in een organisatie. Veel hangt af van de organisatie, haar middelen (personeel, tijd en budget) en van mate van betrokkenheid en ondersteuning op verschillende niveaus.
De trajecten laten overigens zien dat werken omtrent de ecologische voetafdruk geen perfect lineair proces is. Bovendien neemt het tijd vooraleer iedereen zich aangepast heeft. Sommige CIDSE-leden bestuderen al bijna tien jaar de ecologische impact van hun werk en activiteiten. Dit betekent echter niet dat hun inspanningen altijd consistent zijn geweest. Verschillende leden geven aan dat hun werk inzake de ecologische voetafdruk komt en gaat: soms boekten ze vooruitgang, en op andere momenten kenden ze een periode van stilstand.
Het CIDSE-netwerk heeft al veel concrete resultaten bereikt dankzij haar werk om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Verschillende CIDSE-leden hebben een duurzaamheidsbeleid of -richtlijnen vastgelegd. Enkele leden zijn een team of een werkgroep aan het samenstellen of hebben dit reeds gedaan. Het team is dan specifiek verantwoordelijk voor de ecologische voetafdruk en het Groen Beleid van de organisatie. Anderen hebben doelstellingen vastgelegd en zijn erin geslaagd om hun uitstoot aanzienlijk te verminderen bijvoorbeeld op het vlak van reizen en kantoorgerelateerde activiteiten. Terwijl het CIDSE-netwerk blijft nadenken, discussiëren en informatie blijft delen over manieren om de ecologische voetafdruk nog meer te verminderen, is het belangrijk om de al behaalde successen eens in de verf te zetten en te vieren.

Broederlijk Delen heeft een werkgroep ‘Groen beleid’ samengesteld in 2010. Dit maakt deel uit van ons plan om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. De werkgroep heeft ups en downs gekend omdat dit beleid zelden een prioriteit was voor de deelnemers, maar stap voor stap kreeg ons ‘Groene Beleid’ vorm. Beleidsmaatregelen werden ingevoerd en onze medewerkers werden zich meer en meer bewust van het belang om zelf te doen wat de organisatie naar de buitenwereld uitdraagt. Vanaf het begin steunde de directie de werkgroep. Dit bevorderde activiteiten en nieuwe beleidslijnen. We hebben rond verschillende kwesties gewerkt en we bereikten aanzienlijke resultaten op het gebied van ‘duurzaam voedsel’ en ‘binnenlandse reizen’. Activiteiten zoals vegetarische potlucks en lunch talks hadden veel succes bij onze medewerkers.
Sinds 2019 focussen we ons op 2 of 3 thema’s per jaar. In 2019 waren dat ‘energieverbruik’, ‘internationale reizen’ en ‘communicatie’. In 2020 zullen we ons richten op ‘duurzaam voedsel’ en ‘divestment’. We zijn ons ervan bewust dat de wereld voor een groeiende uitdaging staat wat klimaat betreft. De meeste organisaties moeten grotere veranderingen maken dan diegene die ze de voorbije tien jaar gemaakt hebben om de klimaatkwesties effectief aan te pakken. Dit is een gebied waar we in onze toekomstige plannen veel aandacht aan zullen besteden.
Om meer te ontdekken over onze belangrijkste realisaties, klik hier
CAFOD werkt al tientallen jaren aan kwesties rond milieu en klimaatverandering via haar eigen activiteiten en programmes in het buitenland maar ook in katholieke parochies in Engeland en Wales. We hebben rechtstreeks de verwoestende gevolgen van klimaatverandering en milieuvernietiging kunnen vaststellen bij onze partners en gezien hoe de katholieke gemeenschap zich heeft gemobiliseerd om interne veranderingen teweeg te brengen en de situatie aan te pakken.
Geïnspireerd door Laudato Si’, werden we opgeroepen om te luisteren naar “de roep van de aarde en de roep van de armen” en onze werkwijze aan te passen. Ons strategisch kader van 2020 tot 2030 – Our Common Home – richt zich op “een ecologische conversie om onszelf te transformeren”. Om deze ecologische transformatie aan te gaan, zal CAFOD “als voorbeeld van milieubeheer fungeren en tegen 2030 koolstofneutraal zijn”. Binnen ons Internationaal Programma streven we bovendien naar een integrale ecologische aanpak.
Onder de begeleiding van een milieubeheer-werkgroep, werd ons milieubeleid aangepast aan onze nieuwe strategie. We verbinden ons ertoe om enerzijds het milieu te beschermen door de negatieve milieu-impact te beperken in al onze activiteiten en programma’s en anderzijds om het milieu te herstellen in geval van schade. Het jaarverslag van 2019-2020 zal een sectie bevatten over milieubeheer. In de publicatie van 2020-2021 zal onze koolstofafdruk aan bod komen.
Om meer te ontdekken over onze belangrijkste realisaties, klik hier


Milieubescherming en ecologie zijn altijd belangrijke thema’s geweest in onze organisatie. Ze zijn vooral van belang in onze buitenlandse programma’s waar we de voorbije jaren het werk van kleine boerengemeenschappen rond agro-ecologie gesteund hebben. Maar waarom zouden we enkel rond agro-ecologie werken met onze buitenlandse partners en niet hier in België? Deze inconsistentie konden we niet langer verantwoorden. We gingen dus op zoek naar agro-ecologie hier in Europa, om een beter beleid te bevorderden en vervolgens ook onze eigen ecologische voetafdruk onder de loep te nemen. We vonden dat we het voorbeeld moesten geven aan onze buitenlandse partners en aan onze externe en interne stakeholders. Begin 2015 hebben we onze “Politique de Développement durable” (Duurzaam ontwikkelingsbeleid) opgesteld. Daarnaast moedigde onze belangrijkste institutionele fondsverlener, het Belgische Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, ngo’s aan die zo een beleid wilden ontwerpen. Ons ecologisch engagement kreeg een flinke boost toen we het milieukenmerk ‘Label Entreprise Ecodynamique’ aanvroegen en verkregen van de Brusselse Regio in 2015 en opnieuw in 2019. Het ontwikkelen van een beleid omtrent duurzame ontwikkeling en het ontvangen van een milieukeurmerk heeft ons geholpen om de motivatie van onze medewerkers, vrijwilligers en sympathisanten te vergroten. Daarnaast werd ons ecologisch engagement steeds zichtbaarder.
Om meer te ontdekken over onze belangrijkste realisaties, klik hier
Bij eRko proberen we elke dag kleine inspanningen te leveren om onze voetafdruk te beperken. Bijvoorbeeld door het openbaar vervoer te nemen, minder de auto te gebruiken om naar bijeenkomsten of vergaderingen te gaan, de trein of carpooling te verkiezen bij verplaatsingen,… Wanneer we bezoekers over de vloer krijgen of seminaries of workshops organiseren, kopen we eten en drank in afvalvrije winkels. Waar het kan en wanneer het logistiek zinvol is, moedigen we medewerkers aan om de trein te nemen in plaats van het vliegtuig of de auto (bv. voor vergaderingen met partners in Oostenrijk). Jammer genoeg hebben we geen duidelijk beleid over hoe we onze ecologische voetafdruk systematisch kunnen verkleinen.


FEC is al sinds 2011 bezig met duurzaamheid en haar ecologische voetafdruk. De activiteiten hieromtrent zijn deel van onze campagnes over duurzame leefwijzen. We zijn echter nog niet beginnen werken aan een organisatorische ecologische voetafdruk. Tot op heden hebben we hierover geen beleid of procedures vastgelegd. Toch hanteren we in onze organisatie duurzaamheidspraktijken om onze ecologische voetafdruk te verkleinen. CIDSE heeft ons aangespoord om rond deze kwesties te beginnen werken. Na de analyse van de situatie in Portugal en bij onze lokale partners, zijn we tot de conclusie gekomen dat duurzaamheid rechtstreeks verbonden is aan onze missie. Daarom zijn we deze vraagstukken/kwesties regelmatig beginnen aankaarten in scholen, in campagnes en in ons werk met lokale partners, producenten, kleinschalige boeren en besluitvormers (op lokaal, nationaal en Europees niveau). ‘Duurzame leefwijzen’ vormt nu een van de centrale pijlers van FEC’s Strategisch Plan voor 2017-2021.
Om meer te ontdekken over onze belangrijkste realisaties, klik hier
Binnen onze organisatie is het bewustzijn rond ecologische voetafdruk enorm gegroeid sinds 2015, na de publicatie van Paus Franciscus’ encycliek, Laudato Si’, over (integrale) ecologie. Dankzij de verschillende nationale en internationale pelgrimstochten voor het klimaat die we organiseerden, werd de boodschap van de encycliek nog versterkt. Het persoonlijke engagement van onze medewerkers speelde ook een heel belangrijke rol in het bewustwordingsproces. Onze inspanningen om ecologische kwesties ‘levend’ te houden in onze organisatie, werden ook duidelijk na de terugkeer van onze jonge vrijwilligers aan een CIDSE-jeugdkamp. Het “Change for the Planet, Care for the People” jeugdkamp werd door CAFOD in het Verenigd Koninkrijk georganiseerd in augustus 2019. Terug op kantoor deelden de jongeren hun ervaringen. Ze informeerden het team over het belang om als organisatie onze eigen ecologische voetafdruk onder handen te nemen. Dit kan door te kijken naar hoe we omgaan met plastic wegwerpproducten, hoe we onze verwarming aanpassen, hoe we het autogebruik en de mobiliteit van de medewerkers regelen, hoe we onze budgetten beheren,… Hoewel we nog geen duurzaamheidsbeleid hebben opgesteld, ontgaat het belang van dit onderwerp ons zeker niet.


Voor het KOO netwerk is het proces om de ecologische voetafdruk te verminderen pas echt gestart in 2015. In dat jaar heeft de Oostenrijkse bisschoppenconferentie een klimaatbeschermingsverklaring afgelegd waarin zij drie doelen voor de Oostenrijkse katholieke kerk heeft vastgesteld: de ontwikkeling van (1) klimaatbeschermings- en energiestrategieën met uitvoeringsplannen, (2) eco-sociale aanbestedingsregels en (3) duurzaamheidsrichtlijnen in alle bisdommen. Aangezien er in verschillende bisdommen al duurzaamheidsrichtlijnen werden ontwikkeld, had het voor KOO geen zin om zelf ook nog eens uitgebreide richtlijnen op te stellen voor organisaties die actief zijn in de wereldkerk/kerkelijke wereldwijde organisaties en de internationale ontwikkelingssamenwerking. Daarom besloot de organisatie om KOO-richtlijnen op te stellen over klimaatbescherming die hen zouden toelaten om bestaande richtlijnen te integreren in hun activiteiten. Bij het opmaken van deze richtlijnen, kozen ze de aspecten eruit die relevant waren voor hun netwerk en vulden ze die aan. Op basis van deze richtlijnen vroegen ze hun lidorganisaties ten minste drie punten te kiezen waaraan ze een jaar lang zouden werken. In het begin waren sommige kleinere leden bang dat ze niet voldoende capaciteit hadden om te beginnen werken aan de verschillende punten. Ze kwamen er echter al snel achter dat ze al veel deden en dat sommige acties met weinig moeite konden worden uitgevoerd. Sommige van de grootste lidorganisaties van KOO hebben hun eigen groene – of duurzaamheidsrichtlijnen opgesteld.
MISEREOR zet zich al meer dan 60 jaar in voor internationale ontwikkelingsprojecten. De bescherming van het milieu en duurzame economische activiteiten, zodat toekomstige generaties op onze planeet kunnen blijven leven, staan hoog op de agenda. Al sinds het begin roept MISEREOR Duitse burgers en besluitvormers op om hun grondstoffen- en energieverbruik onder de loep te nemen en te reduceren. Maar daar houdt het niet bij op. MISEREOR stelt ook zichzelf in vraag. Duurzame budgettering is een topprioriteit. Daarom heeft MISEREOR een duurzaam inkoopbeleid en een systematisch milieubeheer ingevoerd volgens het milieubeheer- en milieuauditsysteem van de EU (EMAS), waar ook externe validatie bij komt kijken.
Ons doel is om de CO2-uitstoot afkomstig uit onze activiteiten te vermijden of te verminderen. We willen daarenboven alle overige emissies compenseren via het ‘Klimakollekte’-fonds, een kerkelijk compensatiefonds. Door milieuvereisten in onze ontwikkelingssamenwerking te integreren, krijgt de christelijke missie om de schepping te vrijwaren, een internationale, globale dimensie in ons projectwerk. Ons doel is om een algemeen bewustzijn te creëren over duurzaam leven en werken. Dit doen we door onze projectpartners internationaal en onze zakenpartners regionaal en nationaal te betrekken. Via haar milieubeheersysteem streeft MISEREOR ernaar om haar eigen geloofwaardigheid op te bouwen en als model te dienen voor andere kerkelijke en maatschappelijke groepen en instituties. Ook de medewerkers van MISEREOR spelen een voorbeeldrol in het promoten van duurzame levenswijzen.


Trócaire pakt al meer dan tien jaar de gevolgen van klimaatverandering in de armste landen ter wereld aan. We ondersteunen de gemeenschappen om de draad terug op te nemen wanneer klimaatgerelateerde rampen toeslaan en helpen om hun veerkracht te versterken bij toekomstige klimaatschokken. We voeren ook campagne om nationale en internationale interventies te bevorderen en om bewustwording en acties te stimuleren in Ierland. We hebben verschillende pogingen ondernomen om onze organisatorische koolstofvoetafdruk te verkleinen. Ons recentst initiatief – GLAS (groen in het Iers) – werd ontwikkeld in 2016. We hebben een werkgroep samengesteld en een GLAS-kampioen in ons managementteam aangewezen. We verzamelen jaarlijks gegevens van al onze kantoren over hun CO2-uitstoot bij zowel lucht- en wegvervoer als papier- en energieverbruik. Sinds 2017 hebben we jaarlijkse doelstellingen vastgelegd om onze uitstoot te verminderen. Het GLAS-beleid is verankerd in onze jaarlijkse plannings- en begrotingsprocessen. Het doel is om voortdurende en consistente emissiereducties te verzekeren en te garanderen dat zorg voor het milieu centraal blijft in al onze activiteiten.
Om meer te ontdekken over onze belangrijkste realisaties, klik hier
Voor het CIDSE-secretariaat is de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de beoordeling en vermindering van haar ecologische voetafdruk een continu proces dat meer dan tien jaar geleden van start ging. In de loop der jaren zijn we steeds meer stil blijven staan bij de ecologische impact van mobiliteit en reizen. Zij vormen immers een groot deel van onze CO2-uitstoot. Ook bestuderen we de impact van bijvoorbeeld elektriciteits-, water- en papierverbruik, gegenereerd door onze dagelijkse kantooractiviteiten. Bovendien kijken we naar de milieu-impact van evenementen die we organiseren of hosten. Tijdens dit proces hebben we niet alleen vele informele stappen ondernomen (via vergaderingen en besprekingen), maar ook belangrijke formele maatregelen geïmplementeerd. Sinds 2010 hebben we beleidslijnen ingevoerd inzake voeding, gebouwen, reizen en IT. In 2016 werd ons werk rond de ecologische voetafdruk geïntegreerd in het CIDSE Strategisch Kader en het Operationeel Plan. Deze formele maatregelen zorgden voor een duidelijk mandaat om nog consistenter onze ecologische impact te kunnen evalueren en verminderen. Dit leidde tot het creëren van mogelijkheden voor de leden om informatie uit te wisselen en om van elkaar te leren en om de recente vooruitgang te monitoren en evalueren. Bijgevolg werd een duurzame organisatiestrategie aangenomen en een up-to-date, herzien duurzaamheidsbeleid ingevoerd dat verschillende categorieën van werkactiviteiten omvat (onder andere reizen, kantoor en activiteiten). Verschillende medewerkers en CIDSE-leden hebben bijgedragen aan dit proces.

Zou je graag de ervaring van jouw organisatie rond ecologische voetafdruk met ons delen? Of heb je aanvullende informatie en bronnen? Stuur dan zeker een mailtje! Giorgio Gotra [gotra(at)cidse.org] of Nicky Broeckhoven [broeckhoven(at)cidse.org]
Enkele successen van Trócaire
De GLAS-groep heeft nog veel werk voor de boeg maar heeft al heel wat bereikt sinds 2016 wat dataverzameling en -monitoring betreft en inzake de verkleining van onze organisatorische CO2-voetafdruk. Het hogere management is geëngageerd, en dit engagement komt tot uiting in ons Jaarverslag. We hebben een sponsor in ons managementteam, vertegenwoordigers in elk van onze kantoren in Ierland en op het terrein die zich inzetten om verandering teweeg te brengen en een werkgroep op het hoofdkantoor. Het GLAS-beleid hebben we opgenomen in onze planning- en budgetteringsprocessen. Met het oog op ons volgend Strategisch Plan willen we dat het doel om onze koolstofvoetafdruk te verkleinen in de 5 komende jaren centraal blijft in onze beslissingen over wat we doen en hoe we het doen.
Enkele successen van FEC
Al bijna 10 jaar zet FEC zich in om duurzame leefwijzen te promoten. Dankzij dit werk hebben we in verschillende contexten en met diverse doelgroepen veranderingen kunnen vaststellen. Zowel individueel als collectief passen mensen hun gedrag aan om te evolueren naar een duurzamere wereld. Scholen, maatschappelijke organisaties en besluitvormers erkennen FEC nu als een geloofwaardige en bekwame organisatie op dit vlak. FEC wordt regelmatig uitgenodigd om workshops tegeven, het woord te nemen tijdens conferenties en om nationale en Europese besluitvormers te ontmoeten. De drie laatste jaren (2016-2019) heeft de organisatie veel activiteiten georganiseerd om duurzame leefwijzen te promoten. Dankzij deze inspanningen heeft FEC een breed publiek kunnen bereiken: niet alleen het algemene publiek maar ook studenten, jonge activisten en besluitvormers.
Enkele successen van CAFOD
CAFOD won in 2010 een prijs voor haar nieuwe ‘groen’ gebouw (Romero House) in London, dat als hoofdkwartier gebruikt wordt. Bijzonder is dat het gebouw de warmte van de aarde gebruikt en een groen dak heeft. Dankzij verschillende energiebesparende maatregelen hebben we de afgelopen 7 jaar het energieverbruik van ons kantoor in Londen met 28% verminderd. Bovendien zijn we overgestapt naar 100% groene energie. Door de recente installatie van LED-lampen zal het energieverbruik verder afnemen.
Ons reisbeleid vereist reizen per trein waar mogelijk en moedigt alle medewerkers aan om alleen te reizen wanneer dat nodig is. Daarnaast worden de medewerkers aangespoord om andere werkwijzen te overwegen. Ons doel is om onze internationale reizen, die goed zijn voor ongeveer 70% van onze ecologische voetafdruk, zo veel mogelijk te beperken.
CAFOD heeft (samen met CRS, Caritas Australia en Trócaire) een instrument voor milieubeheer ontwikkeld. Het is een risicoregister ter ondersteuning van programma’s om risico’s voor het milieu te beoordelen, te beheren en te beperken. De medewerkers kregen een speciale opleiding om het instrument te kunnen gebruiken. Het instrument wordt momenteel in vijf landen gebruikt voor de programmering en ontwikkeling.
Milieu, armoede en klimaatverandering staan centraal in onze belangenbehartiging. Hierbij richten we ons op de geleidelijke afbouw van fossiel brandstofgebruik; de toegang tot hernieuwbare energie; duurzaam landgebruik en duurzame landbouwpraktijken en de bescherming van milieuactivisten.
Dankzij de ‘livesimply’-prijs, heeft CAFOD leden van katholieke parochies over heel Engeland en Wales gemotiveerd om verandering teweeg te brengen in hun eigen gemeenschappen. Deze prijs ondersteunt scholen en parochies bij de ontwikkeling van een milieuactieplan. Meer dan 100 instellingen hebben zich aangemeld voor de prijs en in januari 2020 werden meer dan 60 awards toegekend.
Enkele successen van Broederlijk Delen
- De samenstelling van een actieve en geëngageerde werkgroep die verantwoordelijk is voor het Groen Beleid en die kan rekenen op de steun van het management. In deze werkgroep zijn de relevante onderdelen van onze organisatie vertegenwoordigd;
- Een jaarlijkse publicatie van onze belangrijkste milieu- en sociale indicatoren en beleidslijnen;
- Het ontwikkelen van een intern communicatiesysteem om onze medewerkers te informeren en te motiveren om milieuvriendelijke praktijken aan te wenden op het werk en in hun privéleven;
- Het invoeren van een beleid en praktijken inzake duurzaam voedsel, milieuvriendelijke binnenlandse reizen alsmede richtlijnen voor Europese en intercontinentale reizen;
- Het tekenen van Ecokerk’s Laudato Si’ initiatief over divestment;
- De vermindering van het energieverbruik en de daarmee samenhangende uitstoot met 75 percent;
- 3-sterren Max Havelaar Fairtrade Keurmerk;
- De invoering van maatregelen inzake afvalpreventie en selectief afvalbeheer.
Enkele successen van Entraide et Fraternité
Een belangrijke verwezenlijking is onze “Politique de Développement Durable”. Het document geeft de engagementen weer van onze organisatie om haar ecologische voetafdruk te verkleinen. Bij dit proces, dat meer dan een jaar in beslag nam (van midden 2014 tot midden 2015) waren al onze stakeholders betrokken. Het document legde de basis voor verbeteringen op het vlak van onze milieu-impact en bevorderde de persoonlijke en collectieve motivatie om onze ecologische engagementen te respecteren. Dit document wordt momenteel bijgewerkt (2020).
In 2015 – en opnieuw in 2019 – verkregen we een milieukeurmerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De “Label Entreprise Ecodynamique” beloont en steunt in Brussel gevestigde ondernemingen, verenigingen en instellingen die zich actief inzetten om de milieu-impact van hun activiteiten te beperken. Het is een officieel en gratis keurmerk. Het label wordt toegekend als erkenning voor milieuvriendelijk beheer, vooral inzake afvalbeheer en -reductie, rationeel energiegebruik en de reizen van de medewerkers, etc,… Prestaties worden beoordeeld op een schaal van drie: één, twee of drie sterren. Entraide & Fraternité ontving een 2-sterren label. Deze officiële erkenning heeft een grote invloed gehad op het moreel en het engagement van onze medewerkers.
The writing of the “Politique de Développement Durable (Sustainable Development Policy)”, a document which includes all the commitments which our organisation was making to improve its ecological footprint. This exercise, which took over one year (from mid-2014 to mid-2015) involved all stakeholders and established a good basis on which environmental improvements could be made. It also served as a good catalyst to improve personal and collective motivation to ecological commitments. This document is currently being updated (2020).
Obtaining a green label organised by the Brussels Region in 2015 and subsequently in 2019. This “Label Entreprise Ecodynamique” rewards and encourages Brussels based companies, associations and institutions that act to reduce the impact of their activities on the environment. It is an official and free recognition. The label values eco-management approaches, particularly in the areas of waste management and prevention, the rational use of energy, the management of workers’ mobility, etc. The efforts made are symbolized on a three-tier scale: one, two or three stars. Entraide & Fraternité got a 2-star label. Such an official recognition was fantastic in improving staff morale and commitment.
Evaluatie & Integratie
Binnen het CIDSE-netwerk voelen we ons geroepen om na te denken over en rekening te houden met de ecologische impact van onze activiteiten. We dagen onszelf constant uit om onze ecologische voetafdruk verder te verkleinen. Op die manier willen we onze bijdrage leveren in de strijd tegen de opwarming van de aarde. In het voorgaande deel kwam het fantastische werk van CIDSE-leden en het CIDSE-secretariaat uitvoerig aan bod. Dit heeft een schat aan informatie opgeleverd waaruit CIDSE waardevolle lessen kan trekken om verdere vooruitgang te boeken wat de ecologische voetafdruk betreft. We zijn erin geslaagd om talrijke, concrete, inspirerende werkwijzen te verzamelen op het vlak van reizen, kantoorgelateerde praktijken en activiteiten. Dankzij de ervaringen van onze leden hebben we essentiele, maar uitdagende factoren kunnen identificeren om de ecologische voetafdruk een integraal onderdeel van het werk van een organisatie of netwerk te maken.
De ervaring binnen het CIDSE-netwerk toont dat ‘meten weten is’. Belangrijk bij het evalueren van de ecologische voetafdruk is te weten waar je organisatie staat. Daarom delen we eerst enkele ervaringen mee van CIDSE-leden inzake de evaluatie van hun ecologische voetafdruk. Daarna lichten we sommige belangrijke stappen in het proces toe. Reductiedoelstellingen meten en bepalen is echter maar een deel van het proces. Uit de ervaring van onze leden blijkt dat verschillende factoren een grote invloed hebben op het al dan niet succesvol bereiken van vooropgestelde doelstellingen en targets. Deze factoren, zoals uiteengezet in deel II, omvatten bijvoorbeeld de integratie van milieubeheer in de bredere context van de organisatie en het verkrijgen van steun op verschillende niveaus in de organisatie.
ERVARINGEN VAN LEDEN MET DE EVALUATIE VAN HUN ECOLOGISCHE VOETAFDRUK
Om als organisatie je eigen voetafdruk te verkleinen moet je de huidige milieu-impact van je organisatie evalueren. CIDSE-leden hebben dit op verschillende manieren gedaan. Los van de verschillende systemen die het CIDSE-netwerk gebruikt om de ecologische voetafdruk te meten en ongeacht in welke fase elk lid zich bevindt, zijn enkele stappen in dit proces cruciaal. Deze stappen zijn: de ecologische impact van activiteiten evalueren, werkdomeinen als prioriteit stellen bij het verkleinen van de ecologische voetafdruk en hierbij bepaalde doelstellingen identificeren en formuleren. De ecologische voetafdruk evalueren is echter geen lineair proces. Sommige leden benadrukken dat je als organisatie consistent op zoek moet gaan naar punten die verbeterd kunnen worden.

IMPACT EVALUEREN
Om als organisatie de huidige status van je milieu-impact te beoordelen, moet je een analyse en een evaluatie uitvoeren van de relevante milieuaspecten die gepaard gaan met je activiteiten. Om dit te verwezenlijken, hebben enkele CIDSE-leden een milieuaudit uitgevoerd (of laten uitvoeren) en/of hebben ze een consultant aangenomen om hen te helpen een meet- en evaluatiesysteem op te zetten. Anderen hebben hun eigen interne systemen ontwikkeld en, waar mogelijk, hebben ze bestaande online meetinstrumenten en -faciliteiten gebruikt. De uitvoering van de evaluaties hangt in grote mate af van de middelen en de capaciteiten waarover elke organisatie beschikt.
CIDSE-leden staan voor verschillende uitdagingen als ze hun impact willen evalueren. Gegevens verzamelen en vastleggen (bv. door de afwezigheid van de nodige gegevens, ontbrekende gegevens, of problemen met de toegang tot en de opslag van gegevens) zorgt voor moeilijkheden. Daarnaast onderschatten organisaties vaak hoeveel middelen en tijd nodig zijn om toegang te verkrijgen tot gegevens en om de evaluaties uit te voeren. Een sprekend voorbeeld voor het eerste punt is het werken met beschikbare online modellen om de milieu-impact van reizen te beoordelen. Om de CO2-uitstoot van, bijvoorbeeld, vliegreizen te berekenen, is er nog veel onzekerheid over de factor waarmee de werkelijke uitstoot moet worden vermenigvuldigd om een juist beeld te krijgen van de volledige klimaatimpact.
HET BEPALEN VAN DE AANDACHTSGEBIEDEN
Gebaseerd op de evaluatie over waar ze staan als organisatie, hebben sommige CIDSE-leden vervolgens bepaalde impactgebieden geïdentificeerd die prioriteit zullen krijgen in hun werk rond de organisatorische ecologische voetafdruk. De selectie wordt best gemaakt op basis van zowel de milieurelevantie (laag, gemiddeld, hoog) van de actiegebieden als mogelijkheden tot verandering (laag, gemiddeld, hoog).
Uit de evaluatie van de organisatorische ecologische voetafdruk blijkt dat reizen voor vele CIDSE-leden de meeste CO2-uitstoot genereerd (zie ook het deel over ‘inspirerende praktijken’). Reizen is dus een belangrijk aandachtsgebied. Om verschillende redenen is het niet eenvoudig om veranderingen door te voeren op dit gebied. De COVID-19-pandemie heeft voor enkele aanpassingen op korte termijn gezorgd (bijvoorbeeld via overschakeling naar telewerk) waardoor onze verplaatsingen fors gedaald zijn. Deze oplossingen zijn echter niet allemaal op lange termijn haalbaar en reizen zal in sommige van onze activiteiten belangrijk blijven. Enkele CIDSE-leden onderstrepen in hun milieubeleid dat ze, hoewel internationale verplaatsingen een groot deel uitmaken van hun CO2-uitstoot, hun internationale reizen vaak niet verder kunnen inperken vanwege hun mandaat als organisatie. Gezien de vele behoeften en doelstellingen van ons werk, loont het de moeite om dit aspect op een meer holistische wijze te bestuderen.
Bovendien zijn reducties op korte termijn niet altijd mogelijk op gebieden die de grootste invloed hebben op het milieu. CIDSE-leden hebben aangegeven dat het belangrijk is om oriënterende stappen op lange termijn te combineren met onmiddellijke resultaten op korte termijn. Deze manier van werken zorgt voor de nodige zichtbaarheid en voldoende draagvlak om ook langetermijndoelstellingen te bereiken (zie ook deel II).
ENKELE CONCRETE VOORBEELDEN VAN LEDEN:
BROEDERLIJK DELEN identificeerde verschillende werkpunten. Ze kiezen elk jaar drie punten uit hun actieplan‘Groen Beleid’ om hun ecologische voetafdruk verder te verkleinen. In 2019 focuste Broederlijk Delen op communicatie (intern en extern), reizen (vliegen) en energie. In 2020 leggen ze zich toe op voedsel, investment/divestment en gebouwen (inclusief ‘buen vivir’ op het werk) (‘Groen Beleid’-werkgroep – werkmethode en planning 2018-2021).
Op basis van de eerste fase van hun milieuaudit identificeerde MISEREOR drie actiegebieden op het vlak van milieurelevantie en potentieel tot verandering: internationale, niet-Europese zakenreizen en de productie van materialen. Voor de komende jaren ziet het milieuteam van MISEREOR mogelijkheden en kansen om actie te ondernemen op het vlak van Europese reizen, evenementen, verwarming en aankoop. De productie van materialen staat ook nog steeds op de agenda (Misereor Milieuprogramma 2019-2021).
TRÓCAIRE focuste initieel op drie aandachtsgebieden (internationale reizen en binnenlandse reizen plus intern en extern drukwerk). Later voegden ze ook energie en afval toe (GLAS Initiatief, vastgelegd in het intern reglement sinds maart 2016).
DOELEN EN TARGETS STELLEN
Naast het beoordelen van de huidige situatie en het identificeren van aandachtsgebieden is het ook goed om concrete doelen voor de organisatie te stellen. Verschillende CIDSE-leden bekijken momenteel hoe ze hun reductiedoelstellingen het best kunnen bepalen. Uit hun ervaring blijkt dat verschillende manieren mogelijk zijn. Een optie is om een doelstelling te bepalen, zonder dat die wetenschappelijk onderbouwd hoeft te zijn. Dit kreeg een CIDSE-lid als aanbeveling van haar milieuadviseur. De redenering erachter is dat het altijd goed is om ergens naartoe te werken. Misschien zal de target niet bereikt worden of overtroffen worden, maar op deze manier zorg je ervoor dat alle inspanningen gericht zijn op het behalen van de specifieke reductiedoelstelling. Een andere methode is om te vertrekken van(uit) de internationaal overeengekomen reductiedoelstellingen. Enkele leden bepalen hun jaarlijkse reductiedoelstellingen, bijvoorbeeld, op basis van het klimaatakkoord van Parijs d.w.z. -40% emissies tegen 2020, -60% tegen 2030 en vanaf 2050 emissievrij.
DE DUURZAAMHEIDSBEOORDELING EN DE EVALUATIE VAN DE ECOLOGISCHE VOETAFDRUK INTEGREREN IN JE ORGANISATIE
Als je begint te werken aan de organisatorische ecologische voetafdruk, is het best om te beginnen met kleine stappen. De drempel om deze stapjes te nemen is laag en geeft een zichtbaar resultaat. Deze successen kunnen vervolgens gecommuniceerd en gevierd worden binnen de organisatie. Ze zorgen voor de nodige motivatie om vooruitgang te blijven boeken en verdere stappen te ondernemen om negatieve milieueffecten nog verder in te perken. Een van de CIDSE leden formuleerde het als volgt: “We proberen elke dag een kleine bijdrage te leveren”
Een institutionele verankering van het werk rond ecologische voetafdruk heeft duidelijke voordelen, vooral als het gaat om het opschalen van de inspanningen. CIDSE-leden bekijken momenteel verschillende manieren om deze integratie mogelijk te maken. Hun ervaringen tonen aan dat verschillende factoren een sterke invloed hebben op de slaagkans van de gestelde doelen en targets. Deze omvatten:
- het werk rond de ecologische voetafdruk integreren in strategische tools en planningsinstrumenten van je organisatie;
- specifieke middelen ter beschikking stellen (zowel op vlak van budget als van personeel);
- nagaan of er een breed draagvlak is in je organisatie;
- extern communiceren over je werk rond de ecologische voetafdruk;
- je ervaring delen met andere organisaties, partners en netwerken;
Voor meer informatie over elk van de bovenstaande factoren, klik op de afbeelding hieronder.
Delen
De uitwisseling van ervaringen over je ecologische voetafdruk met andere organisaties, partners en netwerken kan heel waardevol en lonend zijn. In de loop der jaren zijn sommige CIDSE-leden in dialoog getreden met andere CIDSE leden, partners en bondgenoten en zijn ze een echte katalysator van verandering geweest. Sommige leden hebben bijgedragen aan het op gang brengen van een ecologische conversie in parochies en bisdommen. Sommige leden hebben hun milieuwerkgroepen opengesteld voor vertegenwoordigers van andere organisaties, gevestigd in hetzelfde gebouw. Sommigen hebben hun ervaringen gedeeld met andere maatschappelijke organisaties tijdens workshops en evenementen, zowel in formele als informele contexten.
Een nauwe samenwerking met individuen, organisaties en verenigingen op verschillende niveaus en strategische allianties over de confessionele, religieuze en ideologische grenzen heen zullen steeds belangrijker worden voor het CIDSE-netwerk. CIDSE is ervan overtuigd dat het delen en bespreken van de vermindering van onze ecologische voetafdruk geen geïsoleerde inspanning moet zijn maar deel moet uitmaken van een voortdurende dialoog met de leden, partners en bondgenoten in zowel Globale Noorden als het Zuiden.
Draagvlak
Werken aan de ecologische voetafdruk is een gezamenlijke verantwoordelijkheid in een organisatie. Het is echter niet altijd eenvoudig om iedereen ‘aan boord’ te krijgen. Niets is frustrerender dan medewerkers voortdurend via mails, borden en aanwijzingen of in persoon aan hun verantwoordelijkheden te moeten herinneren. Belangrijk is dat de medewerkers steeds meer wennen aan de veranderingen. De organisatie moet ervoor zorgen dat ze het nut ervan zien en zichzelf willen inzetten. Dan kan iedereen samen de successen vieren en elkaar verder blijven inspireren. Het moet echt een deel worden van de ‘cultuur’ van de organisatie. Zoals één CIDSE-lid het formuleerde: “als je je medewerkers niet meekrijgt, dan zal het niet werken”.
Uit de ervaring van leden blijkt dat bepaalde ‘acties’ het proces bevorderen om een breed draagvlak te garanderen op alle niveaus van je organisatie. Deze acties omvatten:
- Duidelijkheid van het management over wat het werk rond de beoordeling van de ecologische voetafdruk in de praktijk betekent. Dit in een beleid of in richtlijnen integreren kan heel nuttig zijn;
- Het is daarnaast ook cruciaal om medewerkers de nodige instrumenten te bieden om dergelijk beleid of dergelijke richtlijnen uit te voeren;
- Niet enkel de onvermijdelijke impact van sommige maatregelen op bepaalde teams of individuen moet besproken worden, maar ook de organisatorische impact moet uitvoerig aan bod komen. Dit kan bijvoorbeeld door het beleid of maatregelen te koppelen aan de missie van de organisatie of inspiratiebronnen zoals Laudato Si’;
- Informatie over milieuvoorschriften en -systemen als een vast onderdeel meegeven tijdens een introductietraining en/of die toevoegen aan een introductiepakket voor nieuwe medewerkers;
- Een milieukeurmerk aanvragen kan medewerkers motiveren om te werken aan duurzaamheid en de ecologische voetafdruk van de organisatie; wanneer het label slechts voor een bepaalde periode geldig blijft, kan dit een extra stimulans zijn voor de organisatie om te blijven verbeteren;
- Het ontwikkelen van een strategie voor communicatie- en engagement helpt om medewerkers en vrijwilligers te informeren over je werk rond de ecologische voetafdruk:
-
-
-
- Het personeel informeren over hoe ze actief kunnen deelnemen aan dit werk (b.v. een werkgroep samenstellen voor duurzaamheid op kantoor);
- Een jaarlijks opleidingsprogramma organiseren waar het milieuteam ecologische kwesties bespreekt/toelicht en waar medewerkers de mogelijkheid hebben om vragen te stellen;
- Gelegenheden bieden waar medewerkers hun ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen en kunnen praten over hoe zij hun levensstijl aangepast hebben;
- Een interne nieuwsbrief gebruiken om te rapporteren over vooruitgang of om medewerkers bewuster te maken van het belang om als organisatie te werken rond ecologische voetafdruk. Hierin kunnen tevens acties worden opgenomen die medewerkers aansporen om bijvoorbeeld de Vastenperiode te gebruiken om hun eigen, minder duurzame keuzes te bevragen;
- Regelmatig informatie delen over de ecologische voetafdruk op het Intranet van je organisatie;
- Het organiseren van activiteiten voor medewerkers zoals een klimaatvriendelijk ontbijt, lunch talks of een etentje waar iedereen een schotel voorbereidt;
- Vrijwilligers en sympathisanten aanmoedigen om na te denken over de ecologische voetafdruk van hun eigen levenswijzen en hen hiervoor concrete instrumenten aan te reiken (zie de voorbeelden in het deel ‘bronnen’).
-
-
Hoewel je stappen kan ondernemen om het engagement bij je medewerkers te stimuleren, blijven veel initiatieven vrijwillig en afhankelijk van ieders persoonlijke betrokkenheid.
Middelen
Een beleid uitwerken over de ecologische voetafdruk en de milieu-impact beoordelen van je activiteiten vereist tijd en middelen. Om aan de ecologische voetafdruk van een organisatie te kunnen werken, moeten er voldoende middelen vrijgemaakt worden, zowel in termen van budget als van personeel.
Als een organisatie streeft naar een verminderde milieu-impact is het noodzakelijk om een budget ter beschikking te stellen voor de uitvoering van de maatregelen. Enkele voorbeelden:
- Als videoconferenties worden verkozen boven fysieke vergaderingen, dan brengt dit ook een zekere investering met zich mee. In sommige gevallen kan het nodig zijn om videoconferentiefaciliteiten op te zetten in overzeese kantoren;
- Enkele CIDSE-leden hebben een energiescan van hun kantoren/gebouwen uitgevoerd. Dit heeft geleid tot de formulering van verschillende aanbevelingen. Sommige van deze aanbevelingen kunnen gemakkelijk uitgevoerd worden, terwijl andere vaak aanzienlijke financiële investeringen met zich meebrachten;
- Met de trein reizen binnen Europa is meestal duurder en tijdrovender dan het vliegtuig te nemen. De keuzes die de organisatie maakt wat transport betreft, moeten ook weerspiegeld worden in het reisbudget.
De ervaring van CIDSE-leden leert ons dat er binnen de organisatie duidelijk een team moet samengesteld worden voor de monitoring en opvolging van het werk/de maatregelen. Voor enkele CIDSE-leden waren toegewijde en gedreven medewerkers cruciaal om vooruitgang te kunnen boeken op vlak van de ecologische voetafdruk van de organisatie. Om het werk rond de ecologische voetafdruk op lange termijn verder te zetten, moet voldoende tijd en ruimte voorzien worden. Bovendien is het van belang om systemen op te zetten die een geschikt kennismanagement en -overdracht bevorderen. Sommige leden hebben een milieuteam of een werkgroep samengesteld om te zorgen voor continuïteit en consistentie van het werk rond hun ecologische voetafdruk en hun groen beleid. Het is essentieel dat een dergelijk team een brede basis heeft en kan rekenen op de steun van het management.
Kader
Een manier om het werk rond de ecologische voetafdruk systematischer aan te pakken is door het te integreren in de strategische tools en planningsinstrumenten van je organisatie. Sinds 2016 heeft CIDSE de ecologische voetafdruk verankerd in haar strategisch kader en haar operationeel plan. Dit geeft CIDSE een duidelijk mandaat om, op een consistente manier, verder te werken aan de evaluatie en de vermindering van de milieu-impact van hun werk. Dit omvat het creëren van mogelijkheden voor CIDSE leden om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te kunnen bijleren en om geboekte vooruitgang op te volgen en te evalueren. Deze stappen hebben het mogelijk gemaakt om het werk rond de ecologische voetafdruk te integreren in de organisatorische planning van CIDSE en om noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen op te nemen in het budget.
Communication
Extern communiceren over het werk rond je ecologische voetafdruk kan een stimulans zijn om iedereen in de organisatie zich medeverantwoordelijk te laten voeren. Enkele CIDSE-leden hebben zich hierop toegelegd door bijvoorbeeld :
- Het werk omtrent de ecologische voetafdruk te integreren in hun jaarverslag;
- Informatie over duurzaamheid of over hun CO2-voetafdruk bekend te maken op hun website en een speciale plek te voorzien op de website om de baseline en de reductiedoelstellingen mee te delen aan vrijwilligers en sympathisanten van de organisatie;
- Milieukeurmerken te vermelden op hun websites als externe erkenning van hun werk;
- Bezoekers of deelnemers aan evenementen te informeren over het duurzaamheidsbeleid of -richtlijnen van hun organisatie; bijvoorbeeld door activiteiten op dit vlak te tonen in vergaderingszalen;
- Ecologische overwegingen te integreren in campagnemateriaal; bijvoorbeeld door te vermelden dat een brochure gedrukt werd op gerecycleerd papier.
Inspirerende praktijken
Hieronder volgt een overzicht van de taltijke manieren waarop binnen het CIDSE-netwerk getracht wordt om de ecologische voetafdruk te verminderen. Het is natuurlijk geen volledig overzicht, maar de vermelde praktijken geven een goed beeld van de verschillende opties die de CIDSE-leden overwegen wanneer ze rond hun organisatorische milieu-impact werken. Sommige praktijken worden nu al toegepast terwijl andere nog een streefdoel vormen. Momenteel geeft dit deel inspirerende praktijken weer van Broederlijk Delen, Entraide & Fraternité, Trócaire, CAFOD, Fastenopfer, KOO, Misereor en het CIDSE-secretariaat. Ze hebben allen een beleid of richtlijnen ingevoerd om hun werk rond hun ecologische voetafdruk te bevorderen. Deze instrumenten vormen dynamische, levende documenten die geregeld worden bijgewerkt en aangepast aan de lokale/regionale contexten. Enkele leden verstrekken ook gedetailleerde praktische informatie over hoe hun richtlijnen geïmplementeerd moeten worden. Deze houden bijvoorbeeld specifieke vereisten in voor bepaalde activiteiten of productgroepen (catering of kantoorbenodigheden) en concrete ‘aankooptips’ omtrent producten en plaatsen.
Aangezien de CIDSE Ecologische Voetafdruk regelmatig herzien en herwerkt zal worden, zullen meer inspirerende praktijken van andere CIDSE-leden in de toekomst worden toegevoegd.
Mobiliteit

Voor veel CIDSE-leden vertegenwoordigt reizen het grootste percentage van hun operationele koolstofvoetafdruk. Velen zien reizen echter als wezenlijk om hun organisatie draaiend te houden en voor hun werk met partners en landenkantoren. Dit werk is immers inherent aan hun kernactiviteit. Milieuaspecten verzoenen met de internationale missies of mandaten van organisaties loopt niet altijd van een leien dakje. Toch blijft het van belang om zowel de hoeveelheid als de impact van onze verplaatsingen in overweging te nemen. De ecologische impact van reizende medewerkers strikt opvolgen is de sleutel tot verbetering. Het minst koolstofintensief reisalternatief moet, waar mogelijk, de voorkeur krijgen. CIDSE-leden hebben al verschillende stappen ondernomen om deze kwestie aan te pakken. Sommige leden hebben een tamelijk omvattend reisbeleid ingevoerd terwijl anderen vertrouwen op medewerkers zelf om rekening te houden met de gevolgen van hun reizen voor het milieu.
Enkele algemene reisrichtlijnen die CIDSE-leden hanteren:
Met oog op de noodzaak en het doel van de reis: Bij internationale reizen maken sommigen het onderscheid tussen “essentiële verplaatsingen” en “niet-essentiële verplaatsingen”. Vliegreizen zijn “essentieel” om de doelstellingen van de organisatie te realiseren. Als deze doelstellingen ook op een andere, goede manier behaald kunnen worden, wordt de verplaatsing overbodig. Wanneer medewerkers een reisaanvraag indienen, moeten ze ook uitleggen waarom de verplaatsing essentieel is. Elk geval wordt apart bestudeerd en in functie van het resultaat wordt een beslissing genomen. Voor reizen waarvan het doel voldoende onderbouwd is, hebben sommige CIDSE-leden ‘efficiënt reizen’ geïntroduceerd. Via dit principe maken ze aanbevelingen om verschillende doelstellingen/landen te combineren in één reis, toch indien dit een meerwaarde biedt.
Met oog op de volledige kost van de reis: het is belangrijk om op te merken dat beschouwingen inzake mobiliteit voor sommige CIDSE-leden niet enkel toegespitst zijn op ecologische aspecten. Dit omvat milieuoverwegingen (bijv. koolstofuitstoot), de ticketprijs en eventuele bijkomende kosten (zoals taxi- of parkingkosten) maar ook aspecten als bestede tijd, productiviteit en gezingsleven. Een andere factor die van belang is voor het medewerkerswelzijn is ‘de veiligheid onderweg’. Het is in dat opzicht bijvoorbeeld niet altijd mogelijk om binnenlandse vluchten te vermijden tijdens internationale missies.
CONCRETE STAPPEN GENOMEN BINNEN HET CIDSE-NETWERK
BINNENLANDSE OF EUROPESE REIZEN
- Binnenlandse en Europese vluchten zijn enkel toegestaan als de reiziger niet anders kan en als de directie toestemming geeft;
- Medewerkers worden aangemoedigd om de trein te nemen voor verplaatsingen van 6 uur of minder;
- Als basisregel stellen dat bestemmingen die op minder dan 500 km liggen of afstanden waarvan de totale reisduur (van thuis tot de eindbestemming) minder dan een werkdag (7.5 uur) bedraagt, met het openbaar vervoer moeten afgelegd worden.
- Treinreizen boven vliegreizen verkiezen waar mogelijk;
- De trein (en de bus) nemen waar mogelijk en verplicht bij reizen binnen Europa;
- In het beleid rond zakenreizen vereisten integreren waarbij medewerkers zoveel mogelijk met de trein of het openbaar vervoer moeten reizen;
- Zich met de auto verplaatsen (carpooling) is enkel in specifieke gevallen toegestaan, bijvoorbeeld wanneer de bestemming moeilijk bereikbaar is of wanneer materiaal of apparatuur vervoerd moet worden;
- Zelfs als een bestemming niet efficiënt met de trein bereikt kan worden, is treinvervoer nog altijd aanbevolen maar dan bestaat wel de mogelijkheid om een vlucht te boeken;
- Een milieuvriendelijker transportmiddel overwegen wanneer de prijs van dit alternatief minder dan 50% hoger ligt dan de gemiddelde geplande vlucht;
- Als het openbaar vervoer niet gebruikt kan worden tijdens zakenreizen, dan moet de voorkeur uitgaan naar elektrische of hybride voertuigen of carpooling;
- Verschillende doelstellingen en landen combineren in één reis;
- Medewerkers verzoeken een berekening van hun CO2-uitstoot toe te voegen aan hun reisaanvraagformulier.
INTERCONTINENTALE REIZEN
- Verschillende doelstellingen en landen combineren in één reis;
- Het beperken van het aantal intercontinentale vluchten die een medewerker of een afdeling van de organisatie kan nemen per jaar;
- Medewerkers verzoeken een berekening van hun CO2-uitstoot toe te voegen aan hun reisaanvraagformulier.
WOON-WERK VERKEER
- Medewerkers aanmoedigen om met de fiets of het openbaar vervoer naar het werk te komen;
- Een gratis en beveiligde fietsenstalling aanbieden op de werkplek;
- Een fietsenvergoeding aanbieden voor woon-werkverkeer;
- Wie met de fiets naar het werk komt, kan gebruik maken van douches;
- Dienst- of bedrijfsfietsen ter beschikking stellen en basismateriaal verhuren (zoals helmen, regenjassen en fietszakken);
- Medewerkers een vaste vergoeding geven om hun maandelijkse openbaar vervoerkosten te dekken of 100% van de afstand afgelegd met het openbaar vervoer terugbetalen;
- Medewerkers mogelijkheden bieden tot fietsdelen en autodelen;
- Een “telewerk”-dienstenovereenkomst opstellen om medewerkers van thuis uit te laten werken op een flexibele manier en gebaseerd op ieders behoefte. Zo worden verplaatsingen naar het kantoor zo veel mogelijk vermeden.
Verschillende van de bovenstaande oplossingen vereisen het aanbieden van alternatieven zoals andere vervoersmiddelen, telewerkmogelijkheden en apparatuur voor teleconferenties. Deze veranderingen impliceren ook de nodige investeringen. De ervaringen van CIDSE-leden tonen aan dat het invoeren van een reisbeleid kan helpen bij het duidelijker communiceren van sommige van de afwegingen die organisaties maken en van de beslissingen die ze neemt. Het kan organisaties ook helpen om duidelijke reductiedoelstellingen te bepalen. Enkele CIDSE-leden hebben binnen hun organisatie een jaarlijkse doelstelling vastgelegd waarbij de totale CO2-uitstoot van alle gebruikte transportmiddelen onder een bepaald aantal moet blijven. Anderen overwegen om te werken met koolstofbegrotingen of om het aantal intercontinentale reizen die hun medewerkers (of bepaalde afdelingen) mogen maken te beperken.
Op kantoor


WATER
Acties ondernomen in het CIDSE-netwerk:
- Zuinig omspringen met water;
- Plaatsen voorzien met drinkwater in de keuken en de sanitaire ruimtes;
- Gekoeld en/of koolzuurhoudend kraanwater aanbieden;
- Een dispenser met vers water van hoge kwaliteit ter beschikking stellen voor alle medewerkers;
- Regelmatig waterleidingen controleren op lekken;
- Een regenton installeren op de binnenplaats om de planten water te geven.

PROCUREMENT
Elk jaar besteden het CIDSE-secretariaat en de CIDSE-leden een aanzienlijk bedrag aan procurement. Dit geeft ons als netwerk een enorme hefboom om veranderingen te bewerkstelligen door te kiezen voor sociale, eerlijke en ecologische aankopen. De laatste vijftien jaar hebben we de verspreiding, consolidering en intensivering gezien van een model waarbij, wereldwijd, “natuurlijke hulpbronnen” geëxploiteerd worden. Dit model verwoest en tast vele gebieden aan en maakt klimaatonrechtvaardigheid groter. Zoals veel CIDSE-leden gemeld hebben, dringt dit model een logica op aan lokale economieën waar de vergaring van rijkdom als sleutel gezien wordt. Dit denkpatroon is vooral voordelig voor grote commerciële ondernemingen in de sector en dringt bovendien verandering op en draait gemaakte vooruitgang terug op vlak van sociale en milieubeschermingswetgeving. Daarnaast heeft het model een impact op het dagelijkse leven van plaatselijke gemeenschappen door mensenrechten te schenden die met name vrouwen en kinderen treffen. Aangezien we voortdurend pleiten voor eerlijke, duurzame productie- en consumptiepatronen in onze campagnes, moeten we dit ook zelf consistent toepassen in onze eigen aankoopprocessen. Hiertoe hebben enkele CIDSE-leden richtlijnen ingevoerd rond duurzame aanbestedingen.
In haar milieuverklaring formuleerde één van de CIDSE-leden dat “naast de prijs/prestatieverhouding en de kwaliteit van het product, ook ecologie een belangrijk criterium is bij het aankopen van kantoorbenodigdheden. Zelfs als is de milieurelevantie van een individueel product laag, de consistente implementatie ervan heeft een zichtbaar effect.” (Misereor, Milieuverklaring 2018).
Acties ondernomen in het CIDSE-netwerk
KANTOORBENODIGDHEDEN
- Bij de aankoop van kantoorbenodigdheden moet de voorkeur uitgaan naar ecologische en fair-trade benodigdheden en producten met een certificering die een milieuvriendelijke productie garandeert, als die beschikbaar is;
- Bij de aankoop van meubilair, moet er aandacht besteed worden aan de levensduur van de meubels en aan een milieuvriendelijke productie. Indien de leverancier niet transparant is over de productieomstandigheden moet hierover informatie gezocht worden;
- Het materiaal en de apparatuur moeten zo lang mogelijk meegaan. Dit geldt zowel voor de hardware en software in de IT-sector als voor de kantoorbenodigdheden en -uitrusting. Enkel wanneer het materiaal niet langer bruikbaar of herstelbaar is, mag het weggeworpen worden op een manier dat verdere recyclage nog mogelijk maakt;
- Bij voorkeur ecologische en biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen en -benodigdheden gebruiken; met plaatselijke schoonmaakbedrijven werken; op de veiligheidsinformatiebladen over het gebruikte schoonmaakmateriaal controleren of de gebruikte stoffen niet als milieuschadelijk zijn geklasseerd;
VOEDING
- Plaatselijke, seizoensgebonden voedingswaren kopen en indien mogelijk biologisch geteeld;
- Voorrang geven aan biologisch gecertificeerde plaatselijke of fair-trade producten;
- Zich aansluiten bij een voedselcoöperatie en (het merendeel van) het voedsel daar kopen.
COMPUTERS AND ICT-APPARATEN
- Apparatuur van hoge kwaliteit aanschaffen;
- Computers aankopen van bedrijven die hoge ecologische en ethische standaarden hanteren;
- Energiebesparende apparatuur aankopen;
- Overschakelen naar het gebruik van laptops aangezien ze over het algemeen minder energie verbruiken en efficiënter gefabriceerd worden;
- Milieuvriendelijkheid en duurzaamheid in acht nemen bij de aankoop en het gebruik van technische apparatuur;
- Rekening houden met onderzoeksresultaten van campagnes over winningsindustrieën bij de aankoop van computers en elektronische apparatuur (bv.,HTNR campagne)

GEBOUW
Elk gebouw heeft een ecologische voetafdruk. Veel landen hebben een beleid ingevoerd om de uitstoot van broeikasgassen in gebouwen te verminderen. Zo hebben ze maatregelen geïmplementeerd om energie-efficiëntie te verbeteren. Veel CIDSE-leden zijn echter geen eigenaar van de gebouwen waarin ze werken. Hoewel veel van hen de ecologische voetafdruk van hun gebouwen zouden willen verlagen hebben ze daartoe niet altijd de mogelijkheid. Hoe dan ook, ongeacht het eigenaarschap, zijn er enkele inspirerend praktijken te delen.
Acties ondernomen in het CIDSE-netwerk
Gehuurde gebouwen:
- Met de eigenaar praten over hoe de ecologische standaarden verbeterd kunnen worden;
- Energiebesparende maatregelen nemen die uitgevoerd kunnen worden binnen de bepalingen van het huurcontract.
Eigen gebouw:
- Zonnepanelen installeren;
- De gevel van het gebouw vergroenen;
- Een moestuin aanleggen of ruimte voorzien voor groenteteelt in potten;
Bij de aankoop van een nieuw gebouw:
- Letten op de ecologische constructie van het gebouw.
Bij de renovatie van je gebouw:
- Bij vervanging kiezen voor energiezuinige ramen;
- Het moderniseren van het centrale verwarmingsysteem van het gebouw;
- Het gebouw uitrusten met een goede isolatie;
- Elektrische bedrading moderniseren om efficiënter te zijn;
- Aspecten van de circulaire economie in acht nemen bijvoorbeeld bij het gebruik van bouwmateriaal.

PAPIER
Acties ondernomen binnen het CIDSE-netwerk
INTERN PAPIERGEBRUIK
- Standaardinstellingen op alle computers van medewerkers instellen op ecomodus: dubbelzijdig; zwart-wit afdrukken behalve als kleur absoluut nodig is en in conceptmodus printen;
- Kopieerapparaten en printers ter beschikking stellen die dubbelzijdig kunnen afdrukken;
- Gerecycleerd papier gebruiken, 100% milieuvriendelijk gecertificeerd oud papier of een bepaalde papiersoort gebruiken;
- Papier recycleren;
- Toners en inkt recycleren en specifieke inzamelpunten opzetten;
- Kartonnen dozen hergebruiken;
- Gerecycleerd papier gebruiken voor hygiënische producten;
- Memo’s via mail verspreiden om papier te besparen;
- Handleidingen, beleidsteksten en andere documenten online opslaan;
- Kerstkaarten digitaal versturen;
- Minder papier proberen te gebruiken in campagnes, communicatie en fondsenwerving.
EXTERN PAPIERGEBRUIK
- Prijsoffertes aanvragen bij drukkerijen die belang hechten aan ecologie en duurzaamheid;
- Indien mogelijk, voor externe printopdrachten voorrang geven aan ecologische drukkerijen;
- Eisen dat hoofdaannemers duurzaam opereren, en dat ze erop toezien dat gerecycleerd papier gebruikt wordt en dat de productie van materiaal klimaatneutraal is.

ENERGIE
Acties ondernomen in het CIDSE-netwerk
Enkele acties op dit gebied zijn heel praktisch zoals :
- De stekker van apparaten uit het stopcontact trekken wanneer ze niet gebruikt worden of wanneer de medewerkers het kantoor verlaten;
- Elke werkplek wordt voorzien van uitschakelbare stekkerdozen;
- Lichten uitdoen wanneer ze niet gebruikt worden;
- De thermostaat een paar graden lager instellen en speciale instellingen gebruiken voor het weekend en voor na de werkuren;
- Overschakelen naar compacte fluorescentielampen;
- Ervoor zorgen dat de verlichting in alle kantoren technisch up-to-date en zeer energie-efficiënt is;
- Verlichtingssystemen voorzien van zowel bewegings- als aanwezigheidsdetectoren en van daglichtafhankelijke dimmers;
- Wastafel in wc’s alleen voorzien van koud water zodat er geen waterverwarming voor nodig is;
- Sommige CIDSE leden zijn overgeschakeld naar een groene energieleverancier of naar 100% hernieuwbare energie.
Er kunnen nog andere maatregelen genomen worden om het energieverbruik verder in te perken, zoals zonnepanelen installeren of verwarmingssystemen vervangen. Deze oplossingen vragen echter een grotere investering. Daarnaast zijn deze duurdere energiebesparende maatregelen ook niet altijd technisch uitvoerbaar. Het huren van een gebouw versus het bezitten ervan heeft ook een grote invloed op welke opties een organisatie heeft om energieverbruik verder te verminderen. Voor de beoordeling van hun energieverbruik hebben sommige CIDSE-leden een energiescan laten uitvoeren. Deze heeft hen geholpen bij het bepalen van punten waar nog verbetering mogelijk is. Deze praktische aanbevelingen zijn gebasseerd op CIDSE’s analysewerk en haar belangenbehartiging inzake klimaat en energie. Voor meer informatie, zie het deel ‘bronnen’.

AFVAL
Acties ondernomen binnen het CIDSE-netwerk
- Zo weinig mogelijk afval genereren;
- Een duidelijk, gecentraliseerd recyclagesysteem opzetten volgens de plaatselijke richtlijnen;
- Geschikte vuilnisbakken voorzien voor de verschillende soorten afval op kantoor;
- Organisch afval composteren;
- Duidelijke richtlijnen invoeren omtrent het afvalbeheer op kantoor;
- Gebruikte producten weggooien op de officieel voorgeschreven wijze;
- Elektronisch afval recycleren. Sommige CIDSE-leden werken hiervoor samen met een externe organisatie die verantwoordelijk is voor de recyclage van overbodige IT-hardware.
Activiteiten

EVENEMENTEN
Evenementen bieden een goede gelegenheid om deelnemers te informeren over je milieuvriendelijke praktijken. Je kan bijvoorbeeld laten zien wat er mogelijk is op het vlak van groene, duurzame bijeenkomsten, en de aanwezigen aanmoedigen om deel te nemen en een gesprek aan te knopen. Net zoals bij reizen, moet er bij de organisatie van een evenement overwogen worden of het wel degelijk noodzakelijk is. Daarnaast is het cruciaal om de positieve effecten af te wegen tegen de negatieve. Bij de voorbereiding van een evenement gaan sommige CIDSE-leden na of het ecologisch gezien wel zinvol is om het evenement te organiseren en of de voordelen wel opwegen tegen de kosten. Is deze evaluatie positief, dan is het belangrijk dat het evenement op de meest klimaatvriendelijke manier georganiseerd kan worden.
ACTIES ONDERNOMEN BINNEN HET CIDSE – NETWERK
LOCATIES
- Kiezen voor een locatie die aan zo veel mogelijk criteria van je duurzaamheidsbeleid voldoet;
- Indien mogelijk de duurzaamheidscriteria promoten op de locatie zelf;
- Bij de organisatie van een internationale bijeenkomst moet het noodzakelijk aantal deelnemers voorzichtig overwogen worden. Bepaalde internationale bijeenkomsten (waar 10 internationale verplaatsingen voor nodig zijn) vereisen een institutioneel besluit.
REIZEN NAAR DE LOCATIE/EVENEMENT
- Voor het evenement, deelnemers uitgebreide informatie verstrekken over de vervoersmogelijkheden om de kans te verhogen dat ze het openbaar vervoer zullen gebruiken; en hen sterk aanbevelen om bij aankomst gebruikt te maken van het openbaar vervoer;
- Een locatie kiezen die gemakkelijk met het openbaar vervoer bereikbaar is. Dit geldt voor interne activiteiten (personeelsfeest, bezinningsdagen, excursies, etc.) en externe activiteiten (workshops, evenementen, etc.);
- Bij de organisatie van activiteiten moet rekening gehouden worden met de toegankelijkheid van de locatie;
- Het materiaal dat ter plaatste moet geraken gelijkmatig onder de teamleden verdelen zodat iedereen het openbaar vervoer kan gebruiken.
CATERING
- Geen vlees op evenementen: versnaperingen, middag- en avondmalen zijn volledig vegetarisch;
- Voor grootschaligere evenementen beroep doen op lokale ondernemingen en cateringbedrijven. Geef de voorkeur aan lokale en biologische producten of verplicht het cateringbedrijf tot het gebruik van seizoensgebonden voedingsmiddelen uit de regionale teelt of eerlijke handel;
- Traiteurs kiezen die met lokale producenten werken en die seizoensgebonden en fair-trade producten aanbieden;
- Fair-trade koffie, thee en vruchtensap voorzien indien mogelijk en geen frisdrank aanbieden;
- Al het tafelgerei moet herbruikbaar zijn (porselein, glas, metaal, etc.) – geen plastic borden of bekers; liever tafellakens uit textiel dan uit papier en gerecycleerde papieren servetten gebruiken;
- Kraanwater voorzien indien schoon kraanwater beschikbaar is in plaats van waterflessen te gebruiken.
PROMOTIE EN COMMUNICATIE
- Gedrukt materiaal proberen te beperken tot de specifieke noden van het evenement;
- Communicatie- en promotiemateriaal zo veel mogelijk digitaal verspreiden;
- Uitnodigingen en inschrijvingen worden steeds vaker digitaal verstuurd.
VERGADERINGEN
- Waar mogelijk gebruik maken van videoconferenties;
- Extra kantoren en ruimtes uitrusten met videoconferentietechnologie;
- Documenten projecteren op het scherm tijdens vergaderingen zodat de medewerkers geen individuele kopieën van voorbereidende documenten hoeven af te drukken.
CAMPAGNES (MATERIAAL)
ACTIES ONDERNOMEN BINNEN HET CIDSE-NETWERK
- Ontwikkelen van een duidelijke strategie met betrekking tot de noodzaak van promotiemateriaal/ campagnemateriaal om zo onnodige aankopen te vermijden;
- Rekening houden met de hoeveelheid bij de bestelling;
- Bij de aankoop van campagnemateriaal, de voorkeur geven aan producten die lokaal, nationaal of in Europa geproduceerd worden;
- Bij de aankoop van campagnemateriaal en giveaways, de voorkeur geven aan goederen die duurzaam geproduceerd worden. Bij een gebrek aan transparantie zoek je best informatie op over de productieomstandigheden;
- Waar mogelijk moet campagnemateriaal gemaakt zijn uit gerecycleerd materiaal en klimaatneutraal zijn. Steeds meer materiaal is tegenwoordig online beschikbaar;
Thema’s voor verdere reflectie & discussie in het CIDSE-netwerk

Compensatie voor CO2-uitstoot
Enkele CIDSE-leden hebben nagedacht over hoe ze kunnen compenseren voor onvermijdelijke uitstoot. Sommigen compenseren momenteel voor deze uitstoot via externe organisaties die gespecialiseerd zijn in emissiecompensatie. Anderen kiezen ervoor om op een andere manier te compenseren. Ze vinden dat hun eigen organisatie al ‘compenserende’ activiteiten steunt. Daarom besteden ze het geld van compensatievergoedingen liever aan hun partners en hun milieuwerkzaamheden in plaats van het buiten de organisatie uit te geven. Bovendien willen sommigen de indruk niet geven dat compenseren alles oplost – deze visie leidt wellicht tot meer uitstoot en op die manier kan de totale emissiereductie in het gedrang komen. Daarenboven is de afweging van alle positieve en negatieve effecten die de organisatie genereert ook van belang.
De vraag om voor uitstoot te compenseren of niet en hoe dit kan gebeuren is niet eenvoudig te beantwoorden. Verschillende factoren moeten overwogen worden. Hoe dan ook is het belangrijk dat beslissingen over emissiereducties en compensatie grondig besproken worden in de organisatie of het netwerk zodat ze door iedereen in de organisatie worden ondersteund.
Divestment
Geïnspireerd door de encycliek Laudato Si’ kiezen steeds meer Christelijke organisaties en instituties wereldwijd ervoor hun geld niet meer te investeren in fossiele sectoren maar eerder in economische activiteiten die bijdragen aan de transitie naar een duurzame en klimaatvriendelijke toekomst. Deze mentaliteitsverandering is ontstaan uit het besef dat alle organisaties verantwoordelijk zijn voor de transitie. Ze hebben de plicht om mee te werken aan een snelle, rechtvaardige transitie van het “fossiele tijdperk” naar schone energie voor allen en een koolstofarme economie. Sommige CIDSE-leden hebben zich ertoe verbonden om hun financiële reserves niet meer te investeren in aandelen of beleggingsfondsen die de exploitatie van fossiele brandstoffen financieren. Daarnaast hebben ze beloofd om in de komende jaren elke investering in fossiele sectoren terug te trekken en te herinvesteren in duurzame ontwikkeling, hernieuwbare energie en de transitie naar een koolstofarme economie.
Het is tijd om de praktische implementatie van deze toezeggingen te evalueren binnen het CIDSE-netwerk, om te leren van de verschillende ervaringen en om alle investeringen in fossiele brandstoffen definitief achter ons te laten. De sleutel hiervoor is de ontwikkeling van praktische richtlijnen voor duurzame en verantwoorde investeringen.
De impact van reisgerelateerde maatregelen op het werk met partners
Deze ‘reflectie en discussie’-vraag sluit aan bij een bredere discussie over wat een reductie in intercontinentale reizen kan betekenen voor het werk van het CIDSE-netwerk en voor CIDSE-leden die werken met overzeese partners. Enkele leden merkten op dat het beperken van het aantal intercontinentale verplaatsingen, om zo de CO2-uitstoot van vliegreizen te verminderen, onvermijdelijk een impact (zeker op lange termijn) zal hebben op hun werk met partners. Het zou bijvoorbeeld een verhoogde capaciteit bij de partners en een versterking van middelen vereisen. Daarnaast zouden de partners steeds meer taken van CIDSE-leden moeten overnemen.
Het is ook een discussie waarbij donors betrokken moeten worden. Ze dringen er vaak op aan om naar partnerlanden te reizen voor initiële, tussentijdse en finale bezoeken en evaluaties. Zijn deze verplaatsingen echt noodzakelijk? Zouden er geen andere instrumenten en procedures gebruikt en ingevoerd kunnen worden om aan dezelfde vereisten te voldoen? Reflectie en discussie over de impact van veranderingen in de reisgerelateerde voetafdruk op het werk met partners zal steeds belangrijker worden voor het CIDSE-netwerk.
De milieu-impact van digitale communicatie
Het deel over ‘inspirerende praktijken in het CIDSE-netwerk’ toont dat veel CIDSE-leden steeds minder gedrukt materiaal verspreiden om, waar mogelijk, meer digitale communicatie te gebruiken. Dit houdt in dat jaarverslagen digitaal gepubliceerd worden; materiaal online wordt opgeslagen en niet meer geprint wordt; reizen door videoconferenties worden vervangen, etc. Digitale communicatie verbruikt echter ook energie en draagt bij tot de ecologische voetafdruk van het CIDSE-netwerk. Al zeker één CIDSE-lid houdt zich bijvoorbeeld bezig met het energieverbruik van haar servers en manieren om deze op te kuisen (vooral wat foto- en videomateriaal betreft) om te voorkomen dat extra opslag en servercapaciteit nodig is. Deze kwestie verdient meer aandacht in de bredere context van de ecologische voetafdruk in het CIDSE-netwerk.
Bronnen

Duurzaamheidsbeleid of -richtlijnen ingevoerd door CIDSE-leden:
- Misereor: Umwelterklärung (Environmental Statement) [GER]
- CAFOD: Environmental Policy [ENG]
- Trócaire: Carbon Footprint Policy [ENG]
- KOO: Klimaschutz Leitlinien (Climate Protection Guidelines) [GER]
- Entraide & Fraternité: Politique de Développement Durable (Sustainable Development Policy) [FR]
De ecologische voetafdruk in de jaarverslagen van lidorganisaties:
- Broederlijk Delen Annual Report 2018 [NL]
- Trócaire Annual Report 2018-2019 [ENG]
- CAFOD Annual Report 2018-2019 [ENG]
- Entraide & Fraternité Annual Report 2018 [FR]
- Cordaid Netherlands Annual Report 2018 [ENG]
Informatie over de organisatorische ecologische voetafdruk op de website van leden:
- Artikel over duurzaamheid op de website van Misereor: https://www.misereor.de/ueber-uns/umweltmanagement [GER]
- Artikel over CO2-voetafdruk te verkleinen op de website van Trócaire: https://www.trocaire.org/about/carbon-footprint [ENG]
- Artikel over milieu-indicatoren op de website van Broederlijk Delen: https://www.broederlijkdelen.be/sites/default/files/downloads/milieuindicatoren_2018.pdf [NL]
-
Fastenaktion: Nachhaltigkeitsbericht 2019–2020 [GER] – Rapport de durabilité 2019-2020 [FR]
Medewerkers, vrijwilligers en sympathisanten stimuleren om te werken aan hun eigen ecologische voetafdruk:
- Tips van CAFOD over hoe je je CO2-voetafdruk kan verkleinen en CO2-voetafrdukquiz: https://cafod.org.uk/News/Campaigning-news/Cut-your-carbon-footprint [ENG]
- Artikel over hoe je je manier van leven verandert op de website van Broederlijk Delen:https://www.broederlijkdelen.be/nl/doe-mee/verander-je-manier-van-leven [NL]
- Klimaatgesprekken georganiseerd door Fastenopfer: https://sehen-und-handeln.ch/klimagespraeche/ [GER]
Nadenken over de milieu-impact van jeugdactiviteiten:
- De Tien Geboden van duurzaamheid – eindresultaat van het eerste duurzaam kamp van Manos Unidas, georganiseerd in Spanje in 2018: https://www.cidse.org/2018/08/20/the-sustainable-decalogue-of-manos-unidas-youth/ [EN/ES]
Externe berekensystemen die gebruikt kunnen worden bij het berekenen van je CO2-uitstoot:
- Om de uitstoot per vlucht te berekenen: https://www.atmosfair.de/en/offset/flight/ [EN]
- Om de milieu-impact van je papier te berekenen: https://c.environmentalpaper.org/ [EN]
Relevante CIDSE-publicaties:
- The Climate Urgency: Setting Sail for a New Paradigm (De Klimaatnoodtoestand: koers zetten naar een nieuw paradigma) : https://www.cidse.org/wp-content/uploads/2018/09/CIDSE-The_Climate_Urgency_Sept_2018.pdf; Deze publicatie bestudeert hoe een paradigmaverschuiving in ons voedsel- en energiesysteem – ondersteund door structurele veranderingen in onze levensstijl en in de maatschappij – sterk kan bijdragen tot de beperking tot 1.5°C van de gemiddelde globale temperatuurstijging.
Andere relevante bronnen:
- Global Catholic Climate Movement Divestment resources & divestment pledge (Wereldwijde Katholieke Klimaatbeweging: hulpbronnen en beloftes voor divestment) : https://catholicclimatemovement.global/divest-and-reinvest/divestment-resources/
Zou je graag de ervaring van jouw organisatie rond ecologische voetafdruk met ons delen? Of heb je aanvullende informatie en bronnen? Stuur dan zeker een mailtje! Giorgio Gotra [gotra(at)cidse.org] of Nicky Broeckhoven [Broeckhoven(at)cidse.org]